| Theon | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| De Strijd der Koningen hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Theon Grauwvreugd | |||||||||
| pagina | 588 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Theon IV is het vijftigste hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Theon Grauwvreugd.
Samenvatting[]
Theon Grauwvreugd werd geplaagd door nachtmerries wakker. Toen hij wakker was merkte hij het gemis van het gehuil van de schrikwolven. Hij gaf Urzen de opdracht om naar de wolven te kijken en Wex stuurde hij naar de Starkjongens.
Al snel bleek dat zowel de wolven als Bran en Rickon waren verdwenen en wisten ze hun ontsnappingsroute te vinden. Ze waren samen met Hodor, Osha, Mira en Jojen Riet gevlucht. Al snel stelde Theon zijn jagers samen. Vervolgens ging men in de ochtend op pad.
Ze raakten voor even het spoor kwijt waardoor de groep zich opsplitste. Langzamerhand kwam het besef tot Theon dat hij de jongens was kwijtgeraakt. Op aanraden van Riekt vertrok men naar de molen bij Eikelwater.