| De drakentemmer | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Een Dans met Draken hoofdstuk | |||||||
 | |||||||
| POV | Quentyn Martel | ||||||
| pagina | 566 (Andere versies) | ||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | |||||||
| |||||||
Quentyn IV is het achtenzestigste hoofdstuk van het boek Een Dans met Draken. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Quentyn Martel.
Samenvatting[]
Quentyn Martel sliep die nacht nauwelijks. Terwijl hij wat rommelde op zijn kamer sprak hij met zijn vriend Gerrit Drinkwater. Quentyn kreeg echter veel ongevraagd advies van zij vriend. Toen het Uur van de Wolf aanbrak vertrokken ze en trokken ze hun vermomming aan.
Ze wisten zonder veel problemen de Grote Piramide binnen te komen. Daar werden ze vergezeld door een groep Windzwervers. Ze gingen naar de kerkers waar de draken vastzaten. Daar begonnen de moeilijkheden. Het wachtwoord klopte niet, maar de mannen van Quentyn wisten het korte gevecht te winnen.
Het was erg donker in de kelder. In de kelder ontmoette Quentyn de draak Rhaegal, maar Viserion liet zich in eerste instantie niet zien. Uiteindelijk werd de getergde draak wakker. Quentyn probeerde met zijn stem de draken te bedwingen, maar Rhaegal wist hem te verrassen met zijn drakenvuur.