| Jon | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Een Storm van Zwaarden hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Jon Sneeuw | |||||||||
| pagina | 485 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Jon XI is het zesenzeventigste hoofdstuk van het boek Een Storm van Zwaarden. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jon Sneeuw.
Samenvatting[]
Jon Sneeuw was met Satijn aan het oefenen op de binnenhof. Daar werd hij opgehaald door Melisandre van Asshai om met de koning te spreken. Voor hij naar de koning ging verkleedde hij zich snel. Op de Muur vond hij koning Stannis Baratheon.
Stannis was goed op de hoogte van het doen en laten van Jon. Hij bevroeg hem over de wildlingen. Stannis wilde echter iets van Jon, het Noorden. Hij wilde Jon legitimiseren en Heer van Winterfel maken, daarvoor moest hij wel de Nachtwacht opgeven.
Stannis wilde ook de Wildlingen toegang geven tot de Muur. Iets wat Jon te denken gaf. Hij vroeg bedenktijd aan de koning voor het voorstel.