Jon | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
De Strijd der Koningen hoofdstuk | ||||||||||
POV | Jon Sneeuw | |||||||||
pagina | 622 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Jon VII is het drieënvijftigste hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jon Sneeuw.
Samenvatting[]
De verkenners zetten hun tocht door in de Snerpende Pas. Na een lange tocht besloten ze halt te houden. Jon raakte met Qhorin Halfhand aan de praat over Mans Roover. Uiteindelijk raadde Qhorin dat Jon Sneeuw het meisje had laten lopen.
In de nacht droomde Jon over de schrikwolven. In deze droom zag hij ook het kamp van Mans Roover. Spook wekte Jon uit zijn slaap uiteindelijk. Qhorin gelastte hem om alles te vertellen over zijn droom.
Toen ze voortgingen met hun tocht ontwaardde ze een adelaar, waarop Qhron gebood om terug te gaan. Ze namen op een plek afscheid van Delbrug die een poging ging wagen om de adelaar te doden. Kort daarop hoorde ze een jachthoorn.