Jon | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Het Spel der Tronen hoofdstuk | ||||||||||
POV | Jon Sneeuw | |||||||||
pagina | 602 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Jon VIII is het zestigste hoofdstuk van het boek Het Spel der Tronen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jon Sneeuw.
Samenvatting[]
Jon Sneeuw en Jeor Mormont bespreken de aanval van de Ondode. De bevelhebber vertelt hem dat er nog geen spoor van zijn oom gevonden is. De winter komt, zegt Mormont hem. Plotseling legt Mormont een groot zwaard voor Jon op tafel. Als Jon het bekijkt merkt hij op dat het zwaard van Valyrisch Staal is. Jon krijgt het oude erfstuk van Mormont cadeau.
Jon verneemt van de Oude Beer ook dat Alliser Doren naar Koningslanding is vertrokken. Toen Jon vertrok kwam hij algauw zijn vrienden tegen die nieuwsgierig waren naar Jons nieuwe zwaard. Als hij Samwel Tarling meldt deze hem dat maester Aemon hem wenst te spreken.
Als hij daar aankomt helpt hij de oude maester mee met het voeden van de kraaien. Na wat gekeuveld hebben vraagt Aemon aan Jon of zijn vader als het erop aankwam zou kiezen voor zijn eer of zijn dierbaren, dan heeft Jon door dat het ernst is. Hij wees er ook op dat zij plicht voor de wacht zwaarder ligt dan het lot van zijn familieleden, hiermee verwees hij ook naar zijn eigen verleden.