| Jon IV | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Het Spel der Tronen hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Jon Sneeuw | |||||||||
| pagina | 242 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Jon IV is het zesentwintigste hoofdstuk van het boek Het Spel der Tronen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jon Sneeuw.
Samenvatting[]
Jon is met Dareon op de oefenplaats aan het oefenen als de nieuwe rekruut aankomt. Het was een dikke jongen, de dikste die Jon ooit gezien had. De komst van de nieuwe rekruut staat ook ser Alliser Doren tegen. Halder krijgt van Doren de opdracht om het gevecht in te treden met de jongen. Het gevecht duurde nauwelijks een minuut. Jon wilt ingrijpen als Halder op aandringen van Doren de jongen moet slaan, maar hij wordt tegengehouden door Pyp. Uiteindelijk gaat hij toch tegen Alliser Doren tegen.
Doren gaat de uitdaging aan en stuurt drie van zijn rekruten op Jon af. Al snel staat Pyp naast hem en ook Grenn. De vrienden zijn hun aanvallers de baas. Jon helpt de gevallen nieuwe rekruut, die zich voorstelt als Samwel Tarling uit Hoornheuvel. Sam bedankt de drie jongens voor hun bijstand. De jongen noemt zichzelf een lafaard, ter verbazing van de jongens.
Inmiddels had het leven in Slot Zwart een vast patroon aangenomen, met alle nodige klussen die gedaan moesten worden. Als hij op een avond met Spook de gemeenschapszaal binnenkomt kijkt Sam verschrikt op van de schrikwolf. Jon vraagt hem waarom de jongen zo bang is aangelegd. Uiteindelijk besluiten ze naar buiten te gaan. Opeens vertelt Jon aan Sam dat hij vaak droomt over Winterfel en de familieleden die hij in zijn dromen zoekt. Samwel vertelt daarop zijn eigen persoonlijke geschiedenis en dat hij voor de keus stond om het zwart aan te nemen of om te sterven.
Als Jon later in de gemeenschapszaal bij zijn vrienden terugkeert neemt hij zijn vrienden en de andere rekruten in om Samwel tijdens de volgende training weinig tegenstand te bieden. Als Sam erachter komt wat Jon voor hem heeft betekend zeg hij dat het niet hoeft, maar Jon verklaart dat ze broers zijn.