Jon | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
De Strijd der Koningen hoofdstuk | ||||||||||
POV | Jon Sneeuw | |||||||||
pagina | 293 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Jon III is het drieëntwintigste hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jon Sneeuw.
Samenvatting[]
De colonne van de Nachtwacht rijdt verder noordwaarts door het Spookwoud. Na een lange rit bereiken ze Crasters Burcht. Jon moet de colonne op de hoogte stellen van de huisregels van Craster en doet dat gewillig. De burcht was nauwelijks een burcht te noemen en bood slechts provisorisch een verdediging.
Midden in zijn burcht zat Craster. Jon ving op dat Benjen Stark niet hem had opgezocht. Craster schijnt dan ook niks te weten van de andere verdwenen wachtruiters. Voordat Jon weer uit de burcht vertrok kreeg hij nog een veeg uit de pan van de gastheer.
Als hij in de nacht buiten rondloopt komt hij Anje tegen, een vrouw en dochter van Craster. Ze wilt dat hij haar meeneemt, maar Jon zegt haar dat dat niet kan. Zij verteld hem wat er gebeurd met de babyjongens. Als hij Mormont er de volgende dag mee confronteert, schijnt deze het al te weten. Mormont vertelde hem dat Mans Roover zijn leger verzameld in de Vorstkaken.