| Jon | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| De Strijd der Koningen hoofdstuk | |||||||
 | |||||||
| POV | Jon Sneeuw | ||||||
| pagina | 83 (Andere versies) | ||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | |||||||
| |||||||
Jon I is het zesde hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jon Sneeuw.
Samenvatting[]
Jon Sneeuw vond Samwel Tarling in de bibliotheek van Slot Zwart. Gebogen over boeken en kaarten. Jon kijkt met hem mee naar de kaarten die hij verzameld heeft voor Jeor Mormont. Dit ter voorbereiding van de Grote Expeditie.
Ten slotte verlieten de twee jongens de bibliotheek. Tijdens hun tocht passeerden ze de nieuwe rekruten die waren aangekomen. Donal Nooy vroeg aan Jon wat hij van hen vond. Hij vond dat ze naar de zomer ruiken. Toen ze bij de bevelhebber aankwamen was daar ook Thoren Smalhout. De twee jongens waren getuige van een woordenwisseling tussen de twee heren.
Als Sam en en Smalhout weg zijn spreken Mormont en Jon nog de zaken door. De Oude Beer vertelt Jon over de familie van maester Aemon. Jon zegt hem dat hij ook hij zich net zoals Aemon zich aan zijn geloftes voor wacht zou houden.