Jaime | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Storm van Zwaarden hoofdstuk | ||||||||||
POV | Jaime Lannister | |||||||||
pagina | 346 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Jaime VIII is het zevenenzestigste hoofdstuk van het boek Een Storm van Zwaarden. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jaime Lannister.
Samenvatting[]
Jaime Lannister bevond zich in de Witte Zwaardtoren en stond met het Witte Boek in zijn hand. Hij probeerde zijn taak als bevelhebber op te pakken, maar schrijven kon hij nog niet. Kort daarop kwamen al zijn Gezworen Broeders binnen.
Hij begon meteen vragen te stellen over de Paarse Bruiloft. Er werden verschillende beschuldigingen geuit waar Jaime niks aan had. Jaime bepaalde dat Boros Both de voorproever van Tommen werd. Ook hoorde hij Osmond Ketelzwart uit.
Vervolgens had hij ook nog een uitgebreid gesprek met Balon Swaan over diens trouw. Daarna volgde een gesprek met Loras Tyrel vooral over Briënne Tarth. Toen ook die weg was bedacht Jaime zich dat hij een gouden hand nodig had.