| Jaime | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Een Feestmaal voor Kraaien hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Jaime Lannister | |||||||||
| pagina | 483 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Jaime IV is het dertigste hoofdstuk van het boek Een Feestmaal voor Kraaien. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Jaime Lannister.
Samenvatting[]
Jaime Lannister had met zijn leger Darring bereikt. Met het steken van de Hoorn van Harots maakte Jaime zijn entree. Hij werd begroet door maester Ottomeer en hij kreeg vertrekken toegewezen in de Ploegerstoren.
Bij het feestmaal later die avond vernam hij nieuws over de dood van Merret Frey. Ze spraken veel over de vogelvrijen in het Rivierengebied. Jaime verontschuldigde zich uiteindelijk en ging naar de sept toe.
Toen Jaime zijn neef zag, zag hij een spook. Zijn neef was een godvruchtig man geworden en wilde zijn huwelijkse verplichtingen niet nakomen. Hij ging zelfs nog een stap verder om zijn zwaard op te dragen aan de Zonen van de Krijgsman.