Eddard | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Het Spel der Tronen hoofdstuk | ||||||||||
POV | Eddard Stark | |||||||||
pagina | 466 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Eddard XIII is het zevenenveertigste hoofdstuk van het boek Het Spel der Tronen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Eddard Stark.
Samenvatting[]
Eddard wordt wakker als Cain hem meldt dat de koning zijn aanwezigheid gelast. Het is nog nacht als hij de binnenplaats over trekt. Robert Baratheon ligt in zijn bed met Cersei aan zijn zij. Renling vertelt hem dat hij gewond is geraakt door een everzwijn.
Al snel stuurt Robert iedereen in het vertrek weg, behalve Ned. Op zijn bed geeft Robert zijn fouten toe. Uiteindelijk beveelt hij Ned om pen en papier te pakken. Hij dicteert Ned en benoemt hem tegelijk tot Regent na zijn overlijden. Als hij klaar is tekent Robert het document. Eddard belooft hem met een wrang gevoel zijn kinderen te beschermen.
Als hij buiten de kamer staat deelt hij met Barristan Selmy zijn gedachten over het ongeluk. Robert's overmatig gebruik van de wijn. Varys op zijn beurt laat in het gesprek vallen dat er misschien sprake kan zijn van vergif. Op de binnenplaats ontmoet Ned Renling nogmaals. Deze deelt met Ned de gedachten om de macht te grijpen. Eddard weigert hier aan mee te doen.
Als hij terug is in zijn toren gelast Ned dat Pinkje moet worden gevonden. Hij gelast Tommard om met zijn kinderen mee naar het Noorden te varen en een brief af te leveren in Drakensteen. Uiteindelijk kwam Petyr Baelish. Hij stelt deze op de hoogte van de incestueuze relatie van Cersei en daarmee mogelijk Stannis claim. Ook Petyr raadt Eddard aan om de macht te grijpen. Eddard verlangt van Petyr dat hij de stadswacht omkoopt om Eddard te steunen, wat Peyr bereid is voor hem te doen.