| Eddard | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Het Spel der Tronen hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Eddard Stark | |||||||||
| pagina | 326 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Eddard VIII is het drieëndertigste hoofdstuk van het boek Het Spel der Tronen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Eddard Stark.
Samenvatting[]
Eddard Stark heeft ruzie met Robert Baratheon over het doden van Daenerys Targaryen en haar broer. Pycelle meldt hem dat het een beslissing is dat alleen de koning aangaat. Ned zegt dat het gevaar niet reëel is, want de Zee-engte ligt nog altijd tussen hun en de Dothraki in.
Uiteindelijk wordt er in de Kleine Raad voor de moord gestemd. Aan het einde van de vergadering legt Ned zijn functie als Hand neer. Als hij terug is in zijn toren beveelt hij Vayon Poel om te gaan pakken. Even gaat door hem de gedachte heen om per boot naar Winterfel te reizen, zodat hij onderweg Drakensteen kan aandoen.
Als Jory Cassel zijn vertrekken binnenkomt meldt hij dat Pinkje hem wilt spreken. Deze stelt hem op de hoogte van de laatste beraadslagingen en dat hij het bordeel heeft gevonden waar Eddard naar opzoek was.