| Davos | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| De Strijd der Koningen hoofdstuk | |||||||
 | |||||||
| POV | Davos Zeewaard | ||||||
| pagina | 125 (Andere versies) | ||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | |||||||
| |||||||
Davos I is het tiende hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Davos Zeewaard.
Samenvatting[]
Davos Zeewaard keek toe hoe de beelden van de Zeven in brand stonden. Huberd Ramstee en zijn zonen probeerden de sept te verdedigen maar tevergeefs. Zijn zoons Deyl en Allard keurden het beide af. Ze keken toe hoe Melisandre haar gebeden opzegde voor Stannis Baratheon en zijn vrouw.
Na een gebed waarin Melisandre de komst van de wedergeboren Azor Ahai meldde trok Stannis zijn nieuwe zwaard Lichtbrenger uit het hout. Toen het vuur uit was gingen hij en zijn vrouw naar binnen. Na het vertrek spreekt Davos tegen zijn zoons zijn woede uit over het verbranden van de Zeven. Daarna raakt hij in een gesprek verwisseld met Salladhor Saan in de plaatselijke herberg. De piraat vertelde Davos het laatste nieuws.
Toen Davos terugkeerde op zijn schip werd hij meteen ontboden door Stannis. Deze laat hem de brief zien die hij door heel het land zal verspreiden om zijn claim kracht bij te zetten. Stannis geeft hem de opdracht om de brief door heel het land heen te verspreiden. Stannis zei hem ook dat Melisandre en haar god hem nieuwe mogelijkheden bood om de troon te veroveren.