| Daenerys | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Het Spel der Tronen hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Daenerys Targaryen | |||||||||
| pagina | 358 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Daenerys IV is het zesendertigste hoofdstuk van het boek Het Spel der Tronen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Daenerys Targaryen.
Samenvatting[]
De Khalasar van Khal Drogo heeft Vaes Dothrak bereikt. De stad van de Dothraki staat vol met beelden die het volk overal had weggeroofd. Viserys Targaryen blijft ongeduldig voor zijn leger. Jorah stelt de jongen gerust. Daennerys vraagt zich af of de Dothraki wel een kans hebben om de Zeven Koninkrijken schoon te vegen en Jorah verteld haar dat ze wel een kans maken.
De stad van de Dothraki kwam haar vreemd over. Het paleis van Drogo was niet meer dan een houten zaal. Zodra ze zelf haar intrek in het gebouw had genomen neemt Dany een bad. Na haar bad kwam Viserys naar haar toe en is boos op haar vanwege dat haar dienstmaagd hem bevelen gaf. Als hij haar pijn doet haalt ze met een zweep naar hem uit. Als hij weg is beveelt ze haar dienstmaagden om haar de drakeneieren te brengen. Dat zijn de echte ware draken.
Personages[]
Plaatsen[]