Cersei | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Feestmaal voor Kraaien hoofdstuk | ||||||||||
POV | Cersei Lannister | |||||||||
pagina | 444 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Cersei VI is het achtentwintigste hoofdstuk van het boek Een Feestmaal voor Kraaien. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Cersei Lannister.
Samenvatting[]
Met behulp van haar wacht beklom Cersei Lannister de Heuvel van Visenya naar de Grote Sept van Baelor. Onderweg werd ze door Taena van Myr op de hoogtegesteld van de gangen van Marjolij Tyrel. De laatste meters naar de Sept legde ze te voet af. Ze was geschokt van wat ze zag van het lijden van de Mussen.
Ze werd niet bepaald hartelijk ontvangen in de sept. Daar maakte ze kennis met de nieuwe Hoge Septon. Ze hadden geen vriendelijk gesprek. Toch wist ze met hem een overeenkomst af te sluiten over de financiën en de veiligheid van de Mussen. Toen ze terugkeerde bij de Rode Burcht sprak ze nog even kort haar rivale: Marjolij.