Cersei | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Feestmaal voor Kraaien hoofdstuk | ||||||||||
![]() | ||||||||||
POV | Cersei Lannister | |||||||||
pagina | 112 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Cersei II is het zevende hoofdstuk van het boek Een Feestmaal voor Kraaien. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Cersei Lannister.
Samenvatting[]
Cersei Lannister vertrok samen met haar zoon Tommen naar de Grote Sept van Baelor. Bij de Grote Sept werd ze verwelkomt door de Hoge Septon. Bij het lichaam van haar vader stond haar broer op wacht.
Aldaar woonde ze de uitvaartsdienst bij. Na de dienst betuigden veel gasten hun medeleven aan haar. Zo sprak ze ook haar neef Lancel en Taena van Myr. Ze voelde zich ongemakkelijk bij Hamer Tyrel die naar haar gunst dwong.
Toen ze vertrokken stelde ze Gyllis Rooswijck op de hoogte van zijn nieuwe positie in de Kleine Raad. Eenmaal terug in de burcht ontving ze Qyborn. Hij vertelde haar het nieuws over de munt die hij had gevonden. Die avond sprak ze haar oom om hem tot Hand des Konings te benoemen, maar hij wilde ook regent worden en dat Cersei naar de Rots ging. Dat was iets waar ze niet mee akkoord ging.
Personages[]
Plaatsen[]
Overige termen[]
|