Catelyn | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Storm van Zwaarden hoofdstuk | ||||||||||
POV | Catelyn Stark | |||||||||
pagina | 109 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Catelyn VI is het negenenveertigste hoofdstuk van het boek Een Storm van Zwaarden. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Catelyn Stark.
Samenvatting[]
Het leger had inmiddels de Groene Vork bereikt. Catelyn Stark reed aan de zijde van haar zoon richting de Tweeling. Aan de overzijde van de rivier zagen ze een uitgebreid kampement liggen. Ze werden verwelkomd door een aantal Freys. Robb en zijn naasten kregen kamers aangeboden in de Watertoren.
Vervolgens gingen ze naar binnen en maakte ze hun opwachting bij Walder Frey. Robb bood zijn verontschuldigingen aan. Hij stelde zijn dochters en kleindochters één voor één aan hem voor. Opnieuw bood Robb zijn excuses aan, ditmaal aan de vrouwen.
Nadat ze hun intrek in hun vertrekken hadden genomen sprak Catelyn even met haar broer Edmar Tulling. Vervolgens ging ze naar maester Brenet om zeker te zijn van de vruchtbaarheid van Roslin Frey. Toen ze naar Robb ging trof ze Rous Bolten. Hij bracht hen het laatste nieuws uit Winterfel. Met hem werden de laatste strijdplannen besproken.