Catelyn | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Storm van Zwaarden hoofdstuk | ||||||||||
![]() | ||||||||||
POV | Catelyn Stark | |||||||||
pagina | 283 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Catelyn III is het twintigste hoofdstuk van het boek Een Storm van Zwaarden. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Catelyn Stark.
Samenvatting[]
Catelyn Stark was erbij toen ze de lijken binnenbrachten van de jongens. De baanderheren van haar zoon waren ook aanwezig. Willem Lannister en Tion Frey waren afgeslacht. Grootjon Omber bracht de nieuwe gevangenen binnen. Rickard Karstark verweerde zich en zei dat het gerechtigheid was en geen moord. Tevens zei hij dat Catelyn aandeel in de moord had door de Koningsmoordenaar te laten gaan.
Nadat Robb met hem had gesproken trok hij zich terug om in gesprek te gaan met Brynden Tulling. Deze vertelde dat de soldaten van Karstark al vertrokken waren. Hierdoor zat Robb in een vervelende situatie. Robb wist dat hij Rickard moest berechten en dus doden.
Toen Robb Rickard Karstark had onthoofd was hij uit zijn doen. Jeane Westerling kwa met Catelyn praten. Catelyn had goede hoop geput uit de vrouw zijn zoon.