Briënne | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Feestmaal voor Kraaien hoofdstuk | ||||||||||
POV | Briënne Tarth | |||||||||
pagina | 145 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Briënne II is het negende hoofdstuk van het boek Een Feestmaal voor Kraaien. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Briënne Tarth.
Samenvatting[]
Briënne Tarth arriveerde op de ochtend bij Schemerdel. Ze kwam met weinig moeite binnen. Eenmaal in de stad liet ze haar schild achter om het te laten overschilderen. Vervolgens vertrok ze naar het Vale Fort om de plaatselijke heer te spreken. Ze kreeg slechts de hulp van Rufus Look en de plaatselijke maester.
In de herberg de Zeven Zwaarden kreeg ze de tip om in de Stinkende Gans te gaan zoeken in Maagdenpoel. De dag daarna vertrok ze naar Maagdenpoel. Onderweg kwam ze er achter dat ze achtervolgd werd. Haar achtervolger was een jongen die ze in Schemerdel tegen het lijf was gelopen. Het bleek Podderik Peyn te zijn.