Briënne | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een Feestmaal voor Kraaien hoofdstuk | ||||||||||
POV | Briënne Tarth | |||||||||
pagina | 219 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Briënne III is het veertiende hoofdstuk van het boek Een Feestmaal voor Kraaien. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Briënne Tarth.
Samenvatting[]
Briënne Tarth kwam langs oude bekende plekken tijdens haar reis naar Maagdenpoel. Ze passeerden onderweg enkele reizigers, maar geen vogelvrijen. Toen ze bij de stad aankwamen vertoonde die tekenen van wederopbouw. Bij de poort hadden ze echter een klein opstootje. Ser Hyal Jagt bevrijdde haar uit het opstootje.
Ser Hyal bracht haar echter eerst naar heer Randyl Tarling. Hij was op de vismarkt waar hij recht sprak. Hun weerzien was niet hartelijk, maar hij liet haar gaan. Hierop vertrok Briënne naar de Stinkende Gans.
Na een tijd maakte Dirk Krab zijn intrede. Ze hoorde hem uit voor de zot en de meisjes. Hij vertelde Briënne over een smokkelaarsbaai. Met veel geld wist ze de nodige informatie uit hem te krijgen en zelfs dat ze haar naar de Fluister zou brengen.