Astapor is een stad in Essos aan de oostelijke kust van de Baai der Slavenhandelaren. Het ligt ten zuiden van Yunkai en ligt aan de monding van de Wormrivier.[1]
Het embleem van de stad is een harpij; met een vrouwenlichaam, vleugels van een vleermuis, de benen van een adelaar en van achteren een krulstaart van een schorpioen.[2]
Geschiedenis[]
Astapor was lang geleden een kolonie in het Ghiscaarse Rijk. Later werd het veroverd door de Vrijplaats Valyria die de stad tot middelpunt van de slavenmarkt maakte. De oude Ghiscaarse taal is grotendeels vergeten.[2]
Na de Val van Astapor installeerde Daenerys Targaryen een raad van wijzen om de stad te regeren, maar ze werden omver geworpen door de slager Cleon die werd uitgeroepen tot Koning van Astapor.[3] Tijdens het beleg van Astapor dat volgde leed de stad enorm veel en brak ook de ziekte die de Vaalwitte Merrie werd genoemd uit.[4]
Beschrijving[]
De stad is opgebouwd uit rode bakstenen die de straten plaveien, maar ook waarvan de piramides zijn gebouwd. 's Avonds en 's nachts wordt de stad voorzien van lantaarns zodat de piramides verlicht worden. Over de Wormrivier pendelen vele plezierbootjes. De stad is rijk aan piramides en vechtkuil.[2]
Bekende plaatsen[]
Bevolking[]
De bevolking van Astapor is een mengvolk van het oude volk uit Oud Ghis en Valyria. Zij spreken ook een variant van het Hoog-Valyrisch. De vrouwen in de stad die dragen sluiers voor het stof van de wegen en de rijke, vrije bevolking draagt een Tokar als symbool voor hun vrijheid.[2]
Economie[]
De economie van Astapor daait op het verkopen van slaven, met name de Onbezoedelden.[5]
Citaten over Astapor[]
- "Baksteen en bloed bouwden Astapor, en baksteen en bloed haar bewoners."[6]