| Arya | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Een Storm van Zwaarden hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Arya Stark | |||||||||
| pagina | 466 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Arya VI is het vierendertigste hoofdstuk van het boek Een Storm van Zwaarden. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Arya Stark.
Samenvatting[]
Geblinddoekt was Arya Stark naar een geheime locatie gebracht. Pas toen ze binnen was ging de kap af. Ze waren in het toevluchtsoord van de Broederschap zonder Banieren. De echte gevangene was Sandor Clegane die werd verwelkomd door Thoros van Myr. Het duurde even voordat Beric Dondarrion zich vertoonde.
De broederschap betichtte Sandor van het moorden van vele mannen die hij niet op zijn geweten had, maar zijn broer wel. Arya Stark wist wel een moord te noemen die Sandor op zijn geweten had, die van haar vriendje Myca. Vervolgens daagde Beric hem uit voor een gerechtelijk tweekamp.
Voor het gevecht baden de Broeders tot Heer des lichts. Het duurde niet lang voordat de twee in gevecht gingen. Beric vocht met een brandend zwaard. Sandor Clegane wist het gevecht te winnen en Beric te doden. Thoros boog zich over het lichaam van Beric en wekte hem weer tot leven.