Arya | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
De Strijd der Koningen hoofdstuk | ||||||||||
![]() | ||||||||||
POV | Arya Stark | |||||||||
pagina | 341 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Arya VI is het zesentwintigste hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Arya Stark.
Samenvatting[]
Inmiddels is Arya Stark als gevangene van Gregor Clegane onderweg. Tijdens de reis worden vele mensen uitgehoord. Ze vroegen naar Beric Dondarrion, maar geen van de ondervraagden overleefden het. De gevangenen werden aar Harrenhal gebracht.
Ondertussen kende Arya alle soldaten van de Berg bij naam. 's Nachts zij Arya hun namen om hen niet te vergeten en ze later te kunnen doden. Toen ze bij Harrenhal arriveerde verbaasde Arya zich niet over de staat van het inmense bouwwerk.
Eenmaal gearriveerd moesten ze gewassen worden in het badhuis van het kasteel. Door de vrouwen die daar werkten werd ze in de keuken geplaatst om werk te verzetten. Toen ze naar haar naam vroegen noemde zich Wezel.