Arya | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
De Strijd der Koningen hoofdstuk | ||||||||||
POV | Arya Stark | |||||||||
pagina | 450 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Arya VIII is het achtendertigste hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Arya Stark.
Samenvatting[]
Harrenhal maakt zich klaar voor het vertrek van het leger van Tywin Lannister en er heerste vele bedrijvigheid. Als eerste vertrok Addam Marbrand. Van vroeg in de ochtend tot 's avonds laat moest Arya berichten rondbrengen. Arya vluchtte echter niet, Wisch had goed banggemaakt.
Tijdens haar vele tochten probeerde ze ook Jaqen H'ghar te vinden, wat haar niet lukte. Ze sprak op een middag wel Gendry. Toen ze terugkeerde werd ze hardhandig door Wisch aangepakt. Via een tip van Rorg vond ze Jaqen in het badhuis en fluisterde hem een naam toe.
De dag daarop verliet heer Tywin Harrenhal. Toen Arya terugkeerde van het schouwspel vond ze Wisch dood op de vloer. Toch was Arya niet blij met haar keuze, ze had zelf de oorlog zo kunnen beëindigen...