Arya | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
De Strijd der Koningen hoofdstuk | ||||||||||
POV | Arya Stark | |||||||||
pagina | 178 (Andere versies) | |||||||||
Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
|
Arya IV is het veertiende hoofdstuk van het boek De Strijd der Koningen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Arya Stark.
Samenvatting[]
Tijdens hun weg naar het Noorden komen Arya Stark en de rest vele lijken in de Rivierlanden tegen. Yoren maakt een plan om via Harrenhal verder naar het noorden te reizen. Ze vervolgde de weg langs de rivier. Ze passeerden een uitgestorven dorp.
Ze besluiten in het ridderhof van het dorp te overnachten. In de nacht werden ze wakker door het alarm van hun jachthoorn. Een stoet ruiters reed door het dorp heen en ze wijn opzoek naar de mannen van Beric Dondarrion. De soldaten werden aangevoerd door Amaury Lors.
Yoren weigerde voor hen de poort van de ridderhof te openen. Al snel begint het gevecht. Ze probeerde wanhopig de aanvaller van de muur af te houden. Als de strijd verloren lijkt roept Yoren tegen Arya dat ze met de overlevenden moet vluchten. Ze hielp de gevangen in de kooi om hen zich te bevrijden.