| Arya | ||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Het Spel der Tronen hoofdstuk | ||||||||||
 | ||||||||||
| POV | Arya Stark | |||||||||
| pagina | 315 (Andere versies) | |||||||||
| Hoodstuk chronologie(All) | ||||||||||
| ||||||||||
Arya III is het tweeëndertigste hoofdstuk van het boek Het Spel der Tronen. Het hoofdstuk wordt verteld vanuit het oogpunt van Arya Stark.
Samenvatting[]
Arya Stark is in opdracht van Syrio Forel op katten jacht in de Rode Burcht. Er is een kat die ze nog niet gevangen had en die zat ze nu achterna. Als ze de kat eenmaal ergens in de burcht heeft kunnen insluiten en heeft gevangen wordt ze gestoord door prinses Myrcella en Tommen. Ze herkennen haar echter niet.
Als hun septa een wachter gebied haar mee te nemen komt ze in actie en ontglipt ze de twee wachters. Door haar ontsnapping raakt ze verdwaald in de burcht. Ze komt erachter dat ze zich bevindt in de kelders waar de karkassen van de oude draken zich bevinden.
Niet veel later vangt ze een gesprek in de duisternis op van twee mannen. Ze hoort dat ze het over haar vader hebben. Ze hoort van de prinses over het water. De dikste van de twee, die zij Moddervet noemt, vraagt om uitstel van oorlog aan de ander. Uiteindelijk verdwijnen de twee gesprekspartners.
Uiteindelijk weet ze via een riool een uitweg te vinden. In eerste instantie willen de wachters haar niet door laten, maar als ze haar naam verteld veranderd dat. Haar vaders mannen bracht haar naar Eddard Stark. Als ze bij hem is verteld ze wat ze in de kerkers heeft gehoord.
Ze worden uiteindelijk gestoord door de binnenkomst van Yoren. Als Arya wordt weggestuurd vraagt Arya aan Desmond of ze haar vader wel kunnen beschermen, waarop hij antwoord dat ze haar vader tot in de dood zullen volgen.
Personages[]
Plaatsen[]
Overige termen[]
|