De Arme Gezellen, bijgenaamd de Sterren, was een religieuze orde binnen het Geloof van de Zeven. In tegenstelling tot hun tegenhanger de Zonen van de Krijgsman waren ze bescheidener en talrijker. Het waren bedelbroeders bewapend met bijlen die bedevaartgangers beschermden. Hun insigne was de zevenpuntige ster, rood op wit.[1]
Geschiedenis[]
Na de dood van Aegon I Targaryen begonnen de Arme Gezellen zich te roeren tegen het bewind van de Targaryens. Dit kwam tot uitbarsting tijdens de aanvang van het bewind van Maegor I Targaryen.[2] De koning voerde tijdens zijn bewind een gemene oorlog uit met de Arme Gezellen.[3] Zo vaardigde hij een vogelvrijverklaring uit voor iedere Arme Gezel die richting de hoofdstad kwam en beval hij hen de wapens neer te leggen. Daarnaast droeg hij zijn "getrouwe heren" op om te velde te trekken en de Arme Gezellen te verslaan. De Hoge Septon daarentegen riep op om de wapens op te pakken en het geloof te verdedigen tegen het bewind van "draken, monsters en gruwelen".[4]
Zij leden grote verliezen bij de Slag van Steenbrug en bij de Grote Vork van het Zwartewater, maar in 43 NdV stonden nieuwe leiders op, waaronder septon Maan.[5] Bij koninklijk decreet verklaarde hij de Arme Gezellen tot vogelvrij en nadat Oudstee de poort voor hem had opengezet kwam er een nieuwe Hoge Septon aan de macht die koning Maegor zegende. Deze Hoge Septon ontbond vervolgens de Arme Gezellen. De Arme Gezellen bleven door de toenemende wreedheden van Maegor vrijelijke door het land te kunnen trekken.[4] De dood van Maegor veranderde niks aan deze situatie, pas nadat Maan in zijn eigen kampement was vermoord brak zijn leger in verschillende delen uiteen.[6]
Na zijn kroning begenadigde Jaehaerys I Targaryen de Arme Gezellen en stuurde hen naar de Muur.[6]
De wetten van koning Maegor werden echter door Cersei Lannister teruggedraaid tijdens de Oorlog van de Vijf Koningen zodat het Geloof zichzelf weer kon beschermen.[1]